‘Noem het gerust een traumatische ervaring’, zegt tandarts Javier Spits (39) uit Valkenburg. ‘Ik lig er niet meer wakker van, maar mijn vrouw nog wel.’ Op 14 en 15 juli overstroomden grote delen van zijn stad nadat de Geul door zeer hevige regenval buiten haar oevers trad. Vooral het centrum, de locatie van Spits’ praktijk, werd zwaar getroffen. RTL Nieuws toonde beelden van de aangeslagen tandarts in zijn verwoeste behandelruimte. Spits: ‘Woensdag 14 juli was de ergste dag, iedereen was of werd geëvacueerd. Pas vrijdag, toen het water weer was gezakt, konden we terug. Ik ben een heel nuchter persoon, maar die dag zal ik nooit vergeten. Vlak bij mijn praktijk was de brug ingestort, er lagen auto’s in de Geul, overal modder, half verwoeste huizen, het rook naar gas, de brandweer was een parkeergarage aan het leegpompen, enorm lawaai, en er cirkelde een helikopter boven de stad… Iedereen liep maar wat rond en wist niet wat te doen. Het leek op een oorlogsgebied.’
Toen Spits zijn praktijk betrad, zonk de moed hem in de schoenen: ‘Niets van over, een enorme ravage, alles weg.’ Aan de telefoon met TP somt hij op wat er allemaal verloren is gegaan: drie stoelen, thermodesinfector, computers, alle kasten. Spits: ‘De muren stonden krom, de gipsplaten hadden het water opgezogen, als ik eraan denk krijg ik soms nog een brok in de keel.’
Terwijl de media berichtten over een nijpend tekort aan vakmensen om de schade te herstellen, had Spits geluk: ‘Mijn beste vriend is aannemer, die meldde zich meteen. Zaterdag kwam een expert van de verzekering langs, die wist genoeg toen hij de puinhopen zag. “Begin er maar aan,” zei hij. In twee dagen is de hele praktijk gestript, muren, gipsplaten, isolatie, alles eruit. Daarna kon het drogen.’
Twee maanden na de ramp brommen in Valkenburg nog steeds de droogmachines, maar niet bij Spits, ‘Dat was mijn tweede geluk,’ zegt hij. ‘Veel panden hier hebben muren van mergel, die drogen heel langzaam, dat had ik niet. Bij ons ging het snel, snel, snel. Afgelopen zaterdag werd een nieuwe vloer gelegd, vandaag is het schilderen begonnen, komende maandag wordt de eerste stoel geplaatst, een week later de twee anderen en dan hebben we weer drie kamers voor de bezetting.’
In amper elf weken van alles kwijt tot een nieuwe praktijk; Spits is er zelf ook nog verbaasd over. ‘Die stoelen, daar zit normaal een lange levertijd op, maar ik werd enorm geholpen door mijn leverancier, die heeft alles uit de kast gehaald om zo snel mogelijk te kunnen leveren: ik werd in de fabriek in Duitsland vooraan in de rij gezet. Sowieso sprongen veel mensen in de bres, ook een collega, met de patiëntenwaarneming. Ik heb anderhalve week niet kunnen werken, daarna kon ik aan de slag in een noodunit, met één stoel. Met de andere tandarts en de mondhygiënist uit mijn praktijk gingen we vijf tot zes dagen per week open, ook in de avonduren.’
Hij is goed verzekerd, zegt Spits. Maar zorgen maakte hij zich wel: ‘Je hoort hier een hoop verhalen: die krijgt niks, die heeft problemen, die moet vechten met zijn verzekeraars. Op een gegeven moment word je dan wel even bang. Ik moet alles voorfinancieren, het gaat traag en ik moet elke aankoop uitgebreid beargumenteren. Soms heb ik gescholden op de experts die lijken tegen te werken. Je moet er altijd achteraan zitten, dan komt het wel goed. Want dat komt het: het komt goed.’
Tekst: Jacques Koch
Beeld: Javier Spits