Zorgmedewerkers krijgen inmiddels van twee kanten verschillende adviezen. Het RIVM, verantwoordelijk voor de officiële richtlijn, zegt dat een ‘gewoon’ chirurgisch mondkapje voldoende is, maar de vakbonden en de beroepsvereniging van verpleegkundigen (V&VN) publiceerden deze week een eigen ‘leidraad’ waarin staat dat een FFP2-masker moet worden gedragen, want dat beschermt beter. Vorige week gingen V&VN en de bonden in gesprek met het ministerie van Volksgezondheid omdat ze willen dat de RIVM-richtlijn wordt aangepast.
Spanningen in de zorgsector
Deze mondkapjesdiscussie legt de spanningen in de zorgsector bloot. Donderdag werd bekend dat het ziekteverzuim in de zorg vorig jaar naar een recordhoogte steeg van 6,8 procent. De tweede golf woekert nog onverminderd door in honderden verpleeghuizen, waar onder zorgverleners twijfel is ontstaand of de huidige (chirurgische) mondkapjes wel veilig genoeg werken. Volgens Buurman heeft dat te maken met het oprukken van de Britse variant. Er is veel onzekerheid over de nieuwe varianten, die veel besmettelijker zijn. En zij vindt dat daarom met de mondkapjes maar beter het zekere voor het onzekere kan worden genomen.
Buurman pleit ervoor dat zorgverleners altijd preventief een FFP2-masker dragen als ze Covid-19-patiënten verzorgen. Dit masker heeft, mits goed getest en goed gebruikt, een hogere beschermingsgraad dan het chirurgisch mondkapje. Het houdt meer virusdeeltjes tegen en beschermt zo de drager beter. In de VS en Duitsland werken zorgverleners standaard met FFP2, in veel andere landen nog niet. en daar laait ook, net als in Nederland, de discussie op. De RIVM-richtlijnen schrijven deze maskers alleen nog voor bij medische handelingen waarbij aerosolen vrijkomen, zoals het uitzuigen van de longen. Dat komt vooral op de intensive care voor, waardoor de FFP2-maskers nu buiten de ziekenhuizen weinig worden gebruikt. Veel zorginstellingen volgen trouw de richtlijnen van het RIVM.
Geen tekort meer aan FFP2-maskers
In het begin van de crisis was er een groot tekort aan beschermingsmiddelen, ook de FFP2-kapjes. Veel zorgverleners in de ouderenzorg moesten daardoor onbeschermd werken. Maar inmiddels is er geen schaarste meer. Bij het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH), waar zorginstellingen bestellingen kunnen plaatsen, liggen op dit momenteel ruim 25 miljoen stuks in voorraad. Nog eens 46 miljoen FFP2-maskers staan in bestelling. De meeste blijven onaangeroerd: bij het LCH werden er de afgelopen tijd zo’n 55.000 per week door zorgorganisaties besteld.
Vanwege de onrust in de zorgsector over de Britse variant vroeg minister Tamara van Ark (Medische Zorg) het Outbreak Management Team opnieuw om advies over de mondkapjes. In dat nog geheime advies, dat in het bezit is van NRC volgens de krant, schrijft het OMT dat op basis van de wetenschappelijke literatuur dat het chirurgische mondkapje in de meeste situaties ‘volstaat’ en de overdracht van het coronavirus van patiënt op medewerker ‘vergaand’ voorkomt. Bij langdurig patiëntencontact ‘op zeer korte afstand’ kan van de norm worden afgeweken en FFP2-maskers worden gebruikt, vindt het OMT. Het OMT benadrukt wel dat het mondkapje het ‘sluitstuk’ van alle hygiënemaatregelen is en dat afstand houden en handen wassen minstens zo belangrijk zijn.
Bianca Buurman verbaast zich over deze redenering en vindt dat het OMT te weinig naar de praktijk kijkt. Bij het verzorgen van mensen kan namelijk geen afstand worden gehouden. En er zijn mensen in de verpleeghuizen die niet in staat zijn om bepaalde regels op te volgen. En die mensen moeten ook geholpen worden. En dat leidt soms tot situaties die gevaarlijk(er) zijn. Buurman pleit voor het handelen uit voorzorgsprincipe. Het ergste dat kan gebeuren is dat achteraf moet worden gezegd: die FFP2-maskers waren toch niet nodig.
Volgens hoogleraar infectiepreventie en OMT-lid Andreas Voss (Radboud Universiteit) zijn er qua bescherming geen significante verschillen tussen de chirurgische kapjes en de FFP2-maskers – ook niet als het om de Britse variant gaat. Hij benadrukt dat er veel verschil in kwaliteit is, ook tussen de verschillende FFP2-maskers. En ook FFP2 beschermt volgens Voss niet 100 procent. Bovendien kunnen medewerkers bij langdurig gebruik van FFP2-maskers meer klachten krijgen, zoals hoofdpijn en duizeligheid, volgens Voss. Hij is ook bang dat zorgverleners deze maskers vaker zullen afzetten omdat ze meer weerstand bieden bij het ademen. De de meeste besmettingen vinden plaats onder het personeel onderling, op momenten dat ze geen masker dragen. Voss betreurt het dat de leidraad van V&VN ingaat tegen de officiële RIVM-richtlijn, omdat verschillende adviezen onrust en gevoelens van onveiligheid creëren eerder.
Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid liet donderdag na het overleg weten dat het RIVM en de zorgpartijen over de richtlijn gaan, en dat VWS geen rol heeft in het opstellen of veranderen daarvan. Zorgverleners die zich onveilig voelen, mogen van de norm in de richtlijn afwijken, aldus het ministerie. Voor het gebruik van FFP2-maskers ‘mogen geen belemmeringen zijn’. Werkgevers kunnen voor het extra bestellen van deze mondkapjes financieel worden gecompenseerd. Het is nog steeds onduidelijk of de FFP2-maskers (binnenkort) standaard worden voorgeschreven. Over de richtlijn gaan de zorgpartijen opnieuw in overleg.
Bron: nrc.nl
Beeld: © Ocskaymark / Getty Images / iStock
Lees ook
FFP2-masker biedt in veel gevallen niet meer bescherming dan een (goed) type IIR chirurgisch masker