Algemene wijzigingen van kleur, vorm (bijvoorbeeld een zwelling) of zeer lokale veranderingen moeten worden gezien en gerapporteerd. In enkele gevallen is er een odontogene oorzaak: de afwijking kan in verband gebracht worden met gebitselementen of het parodontium. Gingivitis, parodonitis, maar ook een fistel is hiervan een voorbeeld (fig. 5a).
Figuur 5a Fistel op basis van periapicala ontsteking van de 22. b Aften. c Lingua geographica, een onschuldige tongafwijking. d Sterk vergrote keelamandelen, indirecte oorzaak van gingivitis.
De meeste veranderingen aan de zachte weefsels zijn doorgaans op basis van tijdelijke algemene, niet-odontogene oorzaken. Dit geldt voor aften (fig. 5b), slijmvliesafwijkingen bij ziektes, algemene infecties, traumata of tumoren. Ook zijn er bijzonderheden waar te nemen die langdurig of zelfs structureel aanwezig kunnen zijn, bijvoorbeeld de landkaarttong (lingua geographica ) (fig. 5c) of extreem grote keelamandelen (fig. 5d). Deze buitensporig grote keelamandelen kunnen een aanwijzing zijn voor mondademhaling. Op basis daarvan ziet men vaak indirect een optredende gingivitis , door uitdroging van het slijmvlies.
Bron en beeld: Essentials voor de preventieassistent