Innovaties in implantologie | Alles over planning | Studentenspecial: Starters aan de stoel | Over de grenzen
Het moge dan gouden tijden lijken voor de recent afgestudeerde tandartsen, de werkelijkheid zou wel eens anders kunnen zijn. Natuurlijk: het tekort aan tandartsen neemt nog steeds toe, dus legio mogelijkheden om aan de slag te komen. Maar het speelveld is de afgelopen decennia veranderd, de spelregels ook. Waar het twintig tot dertig jaar geleden nog gebruikelijk was om na het afstuderen meteen een eigen praktijk te starten, of een goedlopend bedrijf over te nemen, zijn er nu talrijke andere mogelijkheden.
Zes tandartsen-algemeen practici kijken in de eigen praktijk naar het gebruiksgemak van nieuwe producten en naar het resultaat van een behandeling daarmee. Het TP-team vergelijkt met wat de fabrikant belooft en doet verslag.
In principe kun je in de mondzorg altijd aan de slag: als er een noodzaak toe is of wordt gevoeld, als er een behoefte aan wordt geuit of gevoeld, of als er alleen maar gelegenheid toe is. En als niemand je tegenhoudt. In de praktijk ga je – als het goed is – alleen daadwerkelijk aan de slag als er een goede reden is om dat te doen: als er een indicatie is om een interventie te plegen, preventief of curatief. En als de patiënt instemt met die interventie (‘informed consent’). Of liever nog, als de patiënt op basis van voldoende informatie zelf voor de interventie kiest (‘informed choice’).
Een geslaagde prothetische voorziening op een implantaat begint bij een goede plaatsing van dat implantaat. Een goed geplaatst implantaat krijg je alleen door een goede backward planning. Met de huidige software, intra-orale scanners en een CT-scan is dit relatief eenvoudig, vindt Martijn Egges.
Hoe beleven jonge tandartsen hun eerste weken op de werkvloer? TP blikt terug met Daniëlle Vrieling (Groningen, lichting 2021), Twan Mattheij (Nijmegen, 2018), Anne van Dören (Riga, 2021) en Roos Scheurwater (Nijmegen, 2019). ‘Ik kwam doodmoe thuis ’s avonds, helemaal kapot soms van alle impressies.’
Je bent jong en je wilt werken: dat kan vrij gemakkelijk in Nederland, maar ook in het buitenland zijn er mogelijkheden. Hoe werkt het daar? Wat zijn de mogelijkheden? Wat zijn de voor- en nadelen? TP zet een aantal ervaringen op een rij.
Een praktijk is meer dan een gewone werkruimte. Je brengt er veel tijd door en moet er patiënten goed kunnen behandelen, onder optimale omstandigheden. Tegelijk is het een visitekaartje. En liefst ook een plek waar patiënten graag komen en zich op hun gemak voelen. Deel 1 van een tweeluik over het huis van de tandarts: warm welkom voor patiënten.
Eind mei las ik op de nieuwssite Nu.nl dat het aantal bij de Kamer van Koophandel ingeschreven zelfstandige professionals in de gezondheidszorg in vijf jaar tijd met zo’n vijftig procent was toegenomen. Het stuk eindigde met een waarschuwing van een van de geïnterviewde zzp’ers: het bestaan als zelfstandige vereist zoveel extra vaardigheden, ook om met de risico’s ervan om te gaan, dat het niet iets is om je er meteen na je opleiding in te storten.
Verbinding is een centraal thema in alle functies die tandarts Rob Barnasconi in zijn carrière heeft vervuld. En dat zijn nogal wat - vooral bestuurlijke - functies, naast het werk aan de stoel dat hij ook altijd is blijven doen. Ontspannen doet hij als drummer. De band waarin hij dit doet vierde inmiddels (een beetje vertraagd door corona) zijn veertigjarig jubileum.
In het tandvlees kan zich een veelheid aan afwijkingen voordoen, variërend van banale gingivitis tot premaligne en zelfs maligne aandoeningen. Ook kunnen tandvleesafwijkingen een uiting zijn van een huid-slijmvliesafwijking, van een onderliggende systemische aandoening of het gevolg zijn van bepaald medicijngebruik. In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan lichen planus van het tandvlees. Daarbij wordt vooral ingegaan op de rol van de tandarts bij de diagnose, de eventuele behandeling of controle en op het belang van goede patiënteninformatie.
Over een bewonderde dichter in een tandartsstoel, de tandbrekende hardheid van een Britse biscuit en een eigenzinnige tandheelkundige die ruim een eeuw geleden pionierde met bottransplantatie en kaakbedrading. DBDD slipt vele kanten op, maar vindt dan toch het juiste pad.
Met de komst van onder invloed van licht-uithardende microfijne en hybride composieten werd het mogelijk om esthetische restauraties te maken die ook voor volwassen patiënten aantrekkelijk waren. Deze ontwikkeling riep veertig jaar geleden bij een deel van de tandheelkundige beroepsgroep, maar ook nu nog, allerlei bedenkingen en bezwaren op. In dit artikel wil ik puntsgewijs deze argumenten aan een kritische beschouwing onderwerpen en de factoren die van invloed zijn op de duurzaamheid van elke esthetische restauratie toelichten.
De kernvraag bij aanvang van chirurgie, bij zowel de orthodontist, MKA-chirurg als patiënt, is: welke botverplaatsingen van de boven- en/of onderkaak zijn nodig om een stabiele occlusie en een harmonieus gezichtsprofiel te bewerkstelligen? Jeroen Liebregts geeft antwoord in zijn proefschrift.
Hans van der Wielen vraagt zich af of het schrijven van een scriptie bijdraagt aan het vermogen om wetenschappelijke literatuur goed te kunnen beoordelen.
Een oer-Hollands landschap, dat moet gezegd. Goed dat de tandarts de tegenwoordigheid van geest heeft gehad zijn patiënten dit panorama voor te schotelen.
Hieronder kun je TandartsPraktijk nr. 5-2022 lezen als doorbladerbare pdf. Wil je de online artikelen liever als losse artikelen lezen dan kan dat natuurlijk ook. Om onderstaande pdf te kunnen bekijken, moet je ingelogd zijn met een TandartsPraktijk-abonnement.