Implanteren in de geresorbeerde kaak | Lachgas | De orofaciaal fysiotherapeut kan uitkomst bieden | Implanteren in het onderfront: waarom niet? | Mondzorg en autisme (deel 2) | Ongewone knobbeltjes in onder- en bovenlip | TP Kennistoets 2019-7 Wat weet u van lachgas
Als tandarts heb je een beroep met diverse aspecten. Je bent zorgverlener, ondernemer, kunstenaar en techneut in een. Daarbij moet je ook nog eens goed met mensen kunnen omgaan.
Dit keer een appèl aan alle collega-tandartsen om patiënten te waarschuwen voor de dure gevolgen van het inhaleren van een ballonnetje gevuld met een goedkoop en ogenschijnlijk onschuldig gas.
Het is cruciaal om niet alleen de tand te vervangen, maar om tevens de de harde en zachte weefsels te herstellen voor een esthetisch resultaat. Protocollair werken kan helpen om een optimaal resultaat te verkrijgen.
Temporomandibulaire disfunctie (TMD) komt voor in tal van vormen en elke tandarts krijgt er dan ook mee te maken. Soms kan de orofaciaal fysiotherapeut de broodnodige ondersteuning bieden. De kunst is om de juiste afweging te maken: wat doet u zelf en welke patiënten verwijst u door?
Implantaten hebben zich in de afgelopen decennia gemanifesteerd als een voorspelbare en betrouwbare behandeloptie ter vervanging van een verloren gegaan gebitselement. In dit artikel wordt het implanteren in het onderfront ter discussie gesteld en mogelijke duurzame alternatieven besproken.
‘Niemand is objectief, ook wetenschappers niet’ kopte De Volkskrant van 8 juni jl. in de bijlage. Daarin werd Margriet Sitskoorn, hoogleraar klinische neuropsychologie, bevraagd. Zij ontdekte ‘dat de hersenen er écht op ingericht zijn om het eigen gelijk te bevestigen.’
In Tandartspraktijk 6-2019 kwamen enkele theoretische verklaringen van autisme aan bod. In dit nummer geven we aan de hand van de kleuter Max een voorbeeld hoe wij kinderen met autisme kunnen bejegenen, ondersteunen en trainen om bij hen een zo verantwoord mogelijke mondzorg te realiseren.
Onlangs meldde zich bij ons op de afdeling een ongeruste student met de vraag of wij naar onderstaande solo konden kijken om het ‘succes’ van de endodontische behandeling van de 46 en 47 te beoordelen.
Naar wie moet de tandarts doorverwijzen bij het aantreffen van afwijkingen aan de lip? Deze vraag komt aan de orde bij bespreking van twee patiënten met ieder een ongewone afwijking van onder- of bovenlip.
In 1993 werd bij een jonge vrouw op verwijzing een 4-delige (ets)brug gemaakt van de 21 naar de 24. De 22 en 23 waren verloren gegaan als gevolg van een trap van een paard waardoor ook de kaak ter plaatse van 22 en 23 verbrijzelde. In 2019 wordt de patiënt weer verwezen vanwege een klein defect mesiaal in de radix van pijler 21. Verslag van een geslaagd experiment.
Bruxisme is een complex fenomeen dat in de dagelijkse praktijk vaak te simplistisch wordt benaderd. Simone Gouw heeft aan de Radboud Universiteit Nijmegen verschillende aspecten van dit klinische fenomeen vanuit een fysiotherapeutisch perspectief onderzocht.
Tweeduizend jaar lang werd de tandworm gezien als de oorzaak van dentale aandoeningen. Tenminste in één opzicht zat daar een korreltje waarheid in.
In TP TandartsPraktijk van september (TP 7-2019) lieten we u afbeelding 1 zien met de volgende toelichting. Onlangs meldde zich bij ons op de afdeling een ongeruste student met de vraag of wij naar onderstaande solo konden kijken.
In TandartsPraktijk 6-2019 heeft u het artikel Water voor een gezond gebit later kunnen lezen. Test uw kennis over dit onderwerp met deze voorbeeldvraag.