Als in een kindermond bacteriën en suikers aanwezig zijn en er voldoende tijd is om een cariësproces te ontwikkelen, is het mogelijk dat ook bij hele jonge kinderen een ernstige vorm van tandbederf optreedt. Vanaf negen maanden moet een kind gezien zijn motoriek in staat zijn uit een beker te drinken, maar om praktische redenen wordt vaak flesgebruik gecontinueerd. Daarnaast leren een aantal kinderen buiten de vaste voedingsmomenten uit een fles te drinken. Met name het nachtelijk aanbod van voedingsmiddelen in een fles, zoals melk/pap of zelfs siroop, wordt als grote risicofactor voor het ontstaan van zuigflescariës gezien. Eetproblemen overdag doen ouders besluiten vlak voor het slapen nog een papfles te geven. De commercie wekt de indruk dat langdurig flesgebruik goed is. Ouders worden misleid met dromerige pyjamapapjes die geen kwaad lijken te kunnen voor het slapengaan.