Implanteerbare cardiale defibrillatoren (ICD’s) worden geïmplanteerd als het hartritme permanent gecontroleerd dient te worden. Wanneer de ICD van een patiënt ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren registreert, zal de ICD automatisch een elektrische schok afgegeven. Aangezien een ICD een apparaat is dat elektrische signalen registreert en verwerkt, is deze potentieel gevoelig voor elektromagnetische interferentie (EMI) door andere elektrische apparatuur. Patiënten met een ICD bezitten dan ook een verklaring waardoor zij op vliegvelden niet onderzocht worden met de gebruikelijke detectiepoortjes. Het gebruik van MRI is bij patiënten met een ICD eveneens gecontraïndiceerd. In de tandartspraktijk wordt ook gebruik gemaakt van allerlei apparatuur die potentieel als bron kan fungeren van lichte of matige elektromagnetische velden. Dit artikel bespreekt daarom de mogelijke interferende bronnen in de tandartspraktijk.
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 1, 2016.