Een 47-jarige vrouw is een nieuwe patiënt in uw praktijk. Zij heeft geen klachten. Zij is verhuisd en zoekt een nieuwe tandarts. Zij heeft veel kronen en een brug en heeft dus in het verleden veel in haar mond geïnvesteerd. Ze is een gemotiveerde patiënt (‘dental minded’). Ze heeft echter een DPSI van 4 en u verwijst haar dus naar een tandarts-parodontoloog.
Zes jaar later resteert helaas een furcatieprobleem aan de 17 en toont de 15 op een door de parodontoloog gemaakte solo-opname een angulair defect (afbeelding 1, 2, 3 en 4). Mesiaal van de 15 is namelijk een persisterende pocket aanwezig van 9 mm.
Ze is wel steeds voor controle geweest, maar de parodontale zorg is geheel aan de parodontoloog overgelaten. Volgens de parodontoloog is de 15 verloren en heeft de 17 vanwege de vanaf mesiaal naar distaal doorgankelijke furcatie nog steeds een parodontaal probleem. De patiënt wil een vaste voorziening.
Onze vragen aan u zijn:
- Welke röntgeninformatie zou u nog willen hebben?
- Kan de 27 behouden blijven en zo ja tot wanneer?
- Als de 27 behouden zou kunnen blijven, welke mogelijkheden zijn er daarvoor in dit geval?
- Wat zou u adviseren als het uw eigen gebit was?
- De patiënt wil van elke optie graag een prognose hebben.
Deze casus zal in het decembernummer van TP worden toegelicht. Geef uw visie s.v.p. uiterlijk 15 november 2017. Alvast hartelijk dank voor uw interactieve deelname.
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 8, 2017.
