Klaagster had een partiële prothese in de boven- en onderkaak en wilde naar een vaste constructie. Tijdens de ingreep is vanwege de complexiteit de behandeling gestaakt. Klaagster is daarna doorverwezen naar de kaakchirurg. Er volgde uiteindelijk een flinke lijst met klachten variërend van slecht passende prothesen en onvoldoende vooronderzoek tot immateriële schade en onzorgvuldig informeren. Uiteindelijk werd de tandarts onder andere berispt omdat er geen informed consent plaatsvond en er sprake was van onvoldoende vooronderzoek. Ook was het college het eens met de klacht over gebrekkige informatievoorziening. Het ingestelde beroep door de tandarts was echter succesvol. Het Centraal Tuchtcollege acht op grond van de stukken aannemelijk dat klaagster voorafgaand aan de ingreep voldoende geïnformeerd werd. Ook heeft de tandarts pre-implantologische diagnostiek gedaan en is de ingreep volgens het Centraal Tuchtcollege zorgvuldig uitgevoerd. ‘Het feit dat het de tandarts niet is gelukt om de implantaten te plaatsen betekent niet dat de tandarts vermijdbare fouten heeft gemaakt. Succesvol implanteren is afhankelijk van de botkwaliteit en botkwantiteit en die worden deels vóór de ingreep beoordeeld via pre-implantologische diagnostiek en deels op basis van wat de tandarts tijdens de ingreep aantreft.’ Lees hier de volledige casus en de uitspraak.
Klacht tegen tandarts gegrond. Of toch niet?
Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde klachten van een patiënt (deels) gegrond en deelde een berisping uit aan de tandarts in kwestie. Deze ging hiertegen echter in beroep. Met succes: het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en verklaart de gegrond verklaarde klachtonderdelen alsnog ongegrond.