Paarse krokodillensyndroom
De paarse krokodillenreclame, waarin een vrouw de paarse opblaaskrokodil van haar dochtertje bij ‘gevonden voorwerpen’ komt ophalen, was jaren geleden een groot succes, vanwege de herkenbaarheid van de formulierenmanie die Nederland in z’n greep hield. De krokodil stond achter de ramen van het loket voor het grijpen, maar werd niet meegegeven: ‘eerst formulieren invullen’.
Dat werd toen herkenbaar leuk gevonden en gehoopt werd dat er spoedig einde zou komen aan die overdreven regelgeving met bijbehorende formulierenberg.
Er lijkt echter weinig veranderd, sterker nog: in de zorg wordt in toenemende mate steen en been geklaagd over de administratiedruk. De tandarts herkent zich nog steeds in die vrouw voor het loket: machteloos tegenover alle bureaucratie, waar onnodig veel tijd en energie ingestoken moet worden. Volgens hen gaat (los van de eigen praktijkadministratie) kostbare tijd die aan patiënten besteed kan worden onverminderd verloren aan het behandelen van aanvragen, machtigingen, evaluaties, dossiervorming, verslaggeving, inventarisaties etc. Sterker nog, met de AVG (de algemene verordening gegevensbescherming) werd er nog een schepje bovenop gedaan.
Volgens Arthur van Winsen (filosoof, tandarts) zijn het ‘zaken die op zichzelf belangrijk zijn, maar ze leiden ons wel af van de kerntaak van ons werk: zorg leveren.’ Hij haalt aandachtsfilosoof Matthew Crawford aan, die stelt dat ons brein voortdurend schakelt tussen verschillende activiteiten, waardoor het aandachtsvermogen uitgeput raakt en we ons niet goed meer op ons werk concentreren, met zowel patiënt als tandarts als mogelijk slachtoffer: laatstgenoemde stevent volgens hem op die manier namelijk af op een burn-out.
AVG-druppel
Uit de enquête bleek dat de gemiddelde tandarts tien uur per week aan administratieve handelingen kwijt is. Vooral het meerdere malen dezelfde administratie te moeten doen voor verschillende partijen en aanvragen voor zaken als panoramische röntgenopnamen, wordt door tandartsen als belastend ervaren. Het meest tijdrovend zijn de aanvragen voor machtigingen en registraties voortkomend uit de algemene praktijkrichtlijnen en -protocollen en de jaarlijkse risico-inventarisaties en -evaluaties.
Alle denkbare risico’s moeten immers van overheids- of verzekeringswege uitgesloten worden ‘in het belang van de patiënt’…..
En toen kwam daar de AVG nog bij en dat was voor veel tandartsen de druppel die de emmer deed overlopen. Tandartsen klagen over de hysterie over de privacybescherming die opnieuw de nodige administratieve handelingen vereist. Hadden ze voor de privacy van de patiënten indertijd niet de artseneed afgelegd? Arhur van Winsen stelt: ‘een zeker risico zullen we voor lief moeten nemen, want voor je het weet fungeer je (de tandarts, red.) nog uitsluitend als beveiligingsfunctionatis.’
Zorg is het zat
In alle opzichten dus hoog tijd voor de enquête ‘Administratiedruk tandartsen’, waarvan de uitslag minister De Jonge van Volksgezondheid moet overtuigen dat er haast gemaakt moet worden met zijn toezegging dat het aantal regels en protocollen in de zorg drastisch verminderd moet worden. Tot nu toe heeft het schrappen van regels alleen maar geleid tot meer wetgeving.
Het roer moet drastisch om, de maat is vol, de zorg is het zat, zoveel is duidelijk.
Lees ook: Hoe zit het met de Wkkgz?
Bronnen: KNMT/VvAA, TandartsPraktijk
Beeld: Fotolia