Tand & recht
Tandarts kiest partij voor ruziënde dochter en krijgt berisping
Wanneer je dochter en haar vriend ruzie hebben met haar vriendin die al jarenlang patiënt in jouw praktijk is, mag je niet zomaar eenzijdig de behandelovereenkomst opzeggen. Dat ervoer een tandarts onlangs in een procedure bij het regionaal tuchtcollege in Zwolle. Klaagster werd op alle fronten in het gelijk gesteld, de tandarts kreeg een berisping.
Over elektriciteit en de waarde van onstoffelijke zaken
In dit nummer krijgt u iets mee van de manier waarop juristen denken en redeneren, en dat doen we aan de hand van een strafrechtelijk arrest dat ruim een eeuw geleden, op 23 mei 1921, door de Hoge Raad werd gewezen.
Tandarts berispt voor onzorgvuldige voorbereiding en uitvoering
Het regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle berispte onlangs een tandarts wegens onzorgvuldige voorbereiding en uitvoering van een behandeling. Het ging om een beetverhoging door het aanbrengen van zeven meervlaksvullingen.
Over mensen met een uitkering, zzp’ers en werknemers
Is het mogelijk dat partijen niet de intentie hebben om een arbeidsovereenkomst te sluiten, en dat die toch tot stand komt? De Hoge Raad kwam voor de vraag te staan of het mogelijk is dat er toch een arbeidsovereenkomst ontstaat, terwijl de partijen zelf niet die bedoeling hadden gehad.
Klacht tegen tandarts gegrond. Of toch niet?
Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde klachten van een patiënt (deels) gegrond en deelde een berisping uit aan de tandarts in kwestie. Deze ging hiertegen echter in beroep. Met succes: het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en verklaart de gegrond verklaarde klachtonderdelen alsnog ongegrond.
Over echte (schijn) zelfstandigheid en ondernemerschap (2)
In het vorige nummer kwamen we te spreken over zorgverleners die hun werk (deels) als zzp’er doen. We hebben gezien dat het voor hen erg lastig is om aan de eisen te voldoen die gelden om in fiscale zin als ondernemer te worden beschouwd.
Tandarts zzp’er: schijnzelfstandige of ondernemer?
Veel jonge tandartsen starten niet meer als werknemer of in een eigen praktijk, maar als zzp’er. Aan deze vorm van ondernemen kleven echter wel risico’s, concludeert Theo van Noord, docent gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit. Je hebt extra vaardigheden nodig, moet de risico’s goed afdekken en bovendien ziet de fiscus de zzp’er niet altijd als ondernemer.
Over echte (schijn) zelfstandigheid en ondernemerschap (1)
Eind mei las ik op de nieuwssite Nu.nl dat het aantal bij de Kamer van Koophandel ingeschreven zelfstandige professionals in de gezondheidszorg in vijf jaar tijd met zo’n vijftig procent was toegenomen. Het stuk eindigde met een waarschuwing van een van de geïnterviewde zzp’ers: het bestaan als zelfstandige vereist zoveel extra vaardigheden, ook om met de risico’s ervan om te gaan, dat het niet iets is om je er meteen na je opleiding in te storten.
TBS’er laat zich niet door tandarts ‘in de bek kijken’
Ook als TBS’er heb je rechten. Zeker als het om zorg gaat. Maar een gedetineerde uit een TBS-kliniek die om een andere tandarts vroeg, kreeg van het regionaal Tuchtcollege nul op het rekest.
Ruziënde tandartsen zijn bij Tuchtcollege aan het verkeerde adres
Twee tandartsen in dezelfde woonplaats die elkaar toch al niet zo lagen, hebben geprobeerd hun fitties uit te vechten bij de Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg. Uit de beroepszaak blijkt echter dat ze daar aan het verkeerde adres waren.