Hierbij hebben we de keuze uit autoloog, xenogeen, allogeen of synthetisch bot. Willen we een patiënt-eigen middel gebruiken, dan moeten we een nieuwe wond maken om bot te oogsten. Een alternatief hiervoor is het gebruik van vermalen autoloog dentine. Dit houdt in dat we de wortels van een of meer geëxtraheerde gebitselementen vermalen tot korrels. Deze wortels zijn dan uiteraard nog niet schoon of gedemineraliseerd, wat wel het geval is bij het oogsten van autoloog bot.
Na vermalen van het dentine moet er dus een sterilisatie- én demineralisatieproces plaatsvinden. Hierdoor gaat het percentage organisch materiaal omhoog, waardoor het qua samenstelling meer op alveolair bot gaat lijken. Uiteraard toont genoeg onderzoek, zowel bij dieren (middels histologie) als bij mensen (middels CBCT), dat deze methode werkt, al wordt het niet veel toegepast. Voor TP neem ik de proef op de som met de Tooth Transformer (afb. 1-2), een voor dit doel ontworpen vermaler (afb. 3).
Onze patiënt, die in de toekomst graag implantaten wil, heeft nog twee elementen (13 en 23) in de bovenkaak staan (afb. 4). Omdat de hoektanden een strategische positie vormen voor implantaten, wil ik hier de alveole zo goed als mogelijk behouden. Dat begint met een atraumatisch extractie – met direct luxeren bestaat de kans dat de dunne alveole kan fractureren. Daarom maak ik middels piëzo-elektrische chirurgie een dunne opening in het parodontaal ligament, waarna ik voorzichtig de radix eruit pluk. De alveole is goed intact gebleven (afb. 5–9). Nu is het tijd om te vermalen, maar de radices passen niet in hun geheel in de vermaler, dus zaag ik ze in meerdere stukken (afb. 10).
Bij het apparaat is tevens (steriel!) een vloeistofcabine (deze moet voor activatie doorgeprikt worden) en een opvangbakje voor de dentinekorrels bijgeleverd. Ik plaats alles in het apparaat en zet hem aan (afb. 11–12). Na 10 minuten malen is er weinig tot niks in het opvangbakje gekomen: vrijwel alles is in de molen blijven hangen (afb. 13). Misschien had ik de stukken nog kleiner moeten zagen. Ik haal het dentine uit de molen en plaats het in het opvangbakje (afb. 14).
De volgende stap is het deminerali- seren en steriliseren van het dentine. Hiervoor wordt een speciale vloeistof gebruikt (waarvan de producent de samenstelling geheimhoudt). Ik plaats het opvangbakje in het apparaat en zet hem aan. Deze stap duurt 35 minuten en dat is een lange tijd van wachten. In de mond kan ik in de tussentijd geen andere handelingen uitvoeren.
Na 35 minuten is het proces gereed en zie ik in het opvangbakje dat de massa nu meer constistent is geworden, als putty (afb. 15). Ik vul er de beide alveoles mee: daarvoor is het precies voldoende (afb. 16–17). Uiteraard kan ik de alveoles niet openlaten, want dan zouden de korrels bij eten en drinken uit de alveoles komen. Daartoe oogst ik vanuit het palatum twee bindweefseltransplantaten, waarmee ik beide alveoles afsluit (afb. 18).
Conclusie
Uit deze TP-test blijkt het apparaat goed te werken – uiteraard had ik de stukken wortel kleiner moeten zagen. Dan was het meteen goed werkbaar geweest. Alleen de 35 minuten wachttijd is erg lang gebleken. Uiteraard kan er ook eerst vermalen worden en vlak voor de chirurgie het steriliseer- en demineralisatieproces uitgevoerd worden. Dat is mogelijk bij een kaakverbreding in een later stadium, maar niet bij het aanbrengen van botvervangers na extractie.
(Irfan Abas)
www.easierdentalcare.com
Filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=dC6iA6v0FPU