Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Grensoverschrijdend gedrag? ‘In mijn praktijk gebeurt dat niet’

Bert Bukman
Volgens de wet is iedere mondzorgpraktijk verplicht medewerkers op te vangen die te maken hebben met ongewenst gedrag op de werkvloer. Dat kan door het aanstellen van een vertrouwenspersoon. Maar is dat echt nodig?
vertrouwenspersoon, Rooth, grensoverschijdend gedrag
© endlesssea2011 / stock.adobe.com

Bij een vertrouwenspersoon kunnen medewerkers terecht met meldingen of klachten over ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon vangt de medewerker op, gaat na of een informele oplossing mogelijk is en begeleidt of verwijst de medewerker naar hulpverlenende instanties. Ook adviseert en ondersteunt een vertrouwenspersoon werkgevers en leidinggevenden bij het voorkomen van ongewenste omgangsvormen. Praktijken kunnen kiezen voor een interne of een externe vertrouwenspersoon, bijvoorbeeld via de arbodienstverlener.

Excuses voor niet aanstellen vertrouwenspersoon

Praktijkhouders denken soms ten onrechte dat het regelen van opvang voor medewerkers die te maken krijgen met ongewenste omgangsvormen, voor hun praktijk niet nodig is, aldus de KNMT. Miechel Rooth, arbeidsjurist van de beroepsorganisatie, weerlegt drie veelgenoemde excuses om niet actief te handelen op dit vlak.

1. ‘Bij mij in de praktijk gebeurt dat niet’

Agressie in de zorg neemt toe, ook in de mondzorg. Maar ongewenst gedrag, door collega’s, patiënten of bezoekers van de praktijk, gaat ook over pesten, discriminatie en (seksuele) intimidatie. ‘Als iemand ongewenst gedrag vertoont, wil dat niet altijd zeggen dat iemand zich daarvan bewust is. Wat de ene persoon grappig vindt, ervaart de ander misschien als neerbuigend of kwetsend,’ aldus Miechel Rooth. ‘Iemand kan dus oprecht zeggen dat bij hem in de praktijk ongewenste omgangsvormen niet voorkomen, omdat hij dat niet zo ervaart. Een rondvraag kan dan een ander licht op de zaak werpen.’

2. ‘Mijn deur staat altijd open, een vertrouwenspersoon is dus niet nodig’

‘Het is heel fijn als er een prettige en veilige werksfeer in de praktijk heerst,’ aldus Miechel Rooth. Maar het is niet wenselijk dat de praktijkhouder of iemand die managementtaken uitvoert, de rol van vertrouwenspersoon op zich neemt. Er kan dan  sprake zijn van conflicterende belangen. Wil je een interne vertrouwenspersoon aanstellen? Kies dan voor een integere, toegankelijke medewerker die de praktijk en de cultuur goed kent.’

3. ‘Een vertrouwenspersoon is niet verplicht, toch?’

‘Nee, een vertrouwenspersoon is nu nog niet verplicht’, aldus Rooth. ‘Maar dit verandert mogelijk op termijn, aangezien er een initiatiefwetsvoorstel aanhangig is gemaakt die dit regelt. Je bent als werkgever nu al wel verplicht om werknemers te beschermen tegen agressie, geweld en andere vormen van ongewenst gedrag. Je stelt hiervoor een beleid op dat je ook daadwerkelijk uitvoert. Een interne of externe vertrouwenspersoon is een manier waarop je invulling geeft aan deze verplichting.’

Goed opleiden

Bij interne vertrouwenspersonen zijn vaak de taak- en rolomschrijving niet duidelijk en door gebrek aan kennis en/of scholing lopen de kwaliteit en professionaliteit sterk uiteen, aldus de KNMT.  Kies je voor een interne vertrouwenspersoon? Zorg er dan voor dat de medewerker goed wordt opgeleid. Bovendien laat je als praktijk zo ook aan toezichthoudende instanties, zoals de Nederlandse Arbeidsinspectie, zien dat je het goed hebt geregeld.​​

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.