Aan de voorzijde dient de sensor geplaatst te worden die door een schuifknop aan de binnenzijde bediend wordt. Daarmee zet ik deze vast. (Afbeelding 1–3). Daarnaast kan het apparaat niet weten hoe breed de elementen zijn, dus vooraf zijn gemiddelde breedteverhoudingen al ingesteld. Om deze correct(er) te zetten, moet je die van de centrale incisieven opmeten en aanpassen in de breedte.
Ik gebruik hiervoor een eerder studiemodel. In hetzelfde scherm dient per element aangegeven te worden of deze afwezig is, het een open of gesloten diasteem betreft, het een implantaat is, etc. (Afbeelding 4–5). Mijn patiënt is een man van 40 jaar die een volledige rehabilitatie krijgt, nadat door slijtage en erosie zijn beet verstoord is. We besluiten om in de onderkaak zijn dentitie op te bouwen met directe restauraties middels de injecteertechniek en in de bovenkaak 16 t/m 26 te voorzien van (partiële) kronen én de 17 en 27 ook met composiet middels injecteertechniek te restaureren. (Afbeelding 6–8) Voor de start analyseer ik de occlusie van de patiënt. Ik laat hem rechtop op een krukje zitten. Ik gebruik hiervoor dus niet de tandartsstoel omdat de patiënt daarin niet goed rechtop kan zitten.
Ik plaats een nieuwe sensor in de T-scan. Deze sensoren kunnen per patiënt bewaard worden en kunnen tot 20x gebruikt worden. Gelet op de breedte van de sensor is het even wennen om deze in de mond te plaatsen: er is een punt aanwezig dat tegen de centrale incisieven geplaatst moet worden. Ik laat de patiënt eenmaal ter controle dichtbijten. Zodra ik zie dat de occlusie in de software gepakt wordt, druk ik de recordknop in op de T-scan en laat ik de patiënt driemaal achter elkaar dichtbijten. De beet is nu geregistreerd. In de software zie ik nu de verdeling van de krachten én waar de krachten naartoe afschuiven. Er steekt geen element duidelijk uit qua krachten, wel schuift de beet af naar rechts, te zien aan het vliegertje (Afbeelding 9–11).
Na de uitgebreide behandelingen van opbouwen van de bovenkaak, partiële omslijpingen en temporiseren én opbouwen van de onderkaak middels directe techniek, voer ik een tweede occlusale analyse uit. De krachtenverdeling blijkt regelmatig, links is licht zwaarder dan rechts. (Afbeelding 12–14) Na een scan van de preparaties zijn de indirecte restauraties van lithiumdisilicaat gereed en cementeer ik deze. Omdat de occlusie er goed uitziet, besluit ik de patiënt hier eerst twee weken aan te laten wennen alvorens ik een laatste T-scan-analyse uitvoer. Op deze T-scan ziet de beet er goed gelijkmatig uit, alhoewel de beet licht afschuift naar rechts. Ik polijst enkele contactpunten op de premolaren rechts en scan opnieuw. Hierna zie ik een gebalanceerde beet en geeft de patiënt aan dat links en rechts gelijk aanvoelen. (Afbeelding 15–20). De T-scan is goed reproduceerbaar, geeft zeer accurate metingen en is daarmee een aanwinst voor iedere praktijk. (Irfan Abas)
Meer informatie:
http://easierdentalcare.com/t-scan/