Het boek is samengesteld in overeenstemming met die richtlijn en geeft antwoord op veelvoorkomende vragen in de praktijk met betrekking tot deze gebieden. Zo is er onder andere uitgebreid aandacht voor micro-organismen en infecties, persoonlijke hygiëne, praktijkinrichting en chirurgische ingrepen. Ook wordt aandacht besteed aan het ontstaan en de overdracht van infectieziekten. Daardoor wordt het belang van infectiepreventiemaatregelen in de mondzorg goed over het voetlicht gebracht.
De talrijke duidelijke foto’s die werkinstructies illustreren op onder meer het gebied van reiniging, desinfectie en sterilisatie sluiten goed aan bij de praktijk anno nu. Zeker op het gebied van handhygiëne, persoonlijke hygiëne, werkkleding en beschermingsmiddelen geeft dit een fijn houvast. De overzichtelijke tabellen maken van deze uitgave een praktisch naslagwerk.
De auteurs geven tal van tips en ze benoemen veelvoorkomende valkuilen. Tevens voorziet Hygiene en infectiepreventie in de mondzorgpraktijk in een heldere uitleg van procedures op basis waarvan preventieve maatregelen en werkwijzen in de praktijk vereenvoudigd kunnen worden. Ook voor de mondzorgpraktijken die al veel aandacht hebben voor infectiepreventie en beschikken over een effectief hygiënebeleid, biedt het zekerheid en de mogelijkheid om genomen maatregelen te toetsen. Het boek kan ook ingezet worden als extra onderbouwing van infectiepreventiemaatregelen en -protocollen in de praktijk, vanwege de relatie met de richtlijn. Voor een goed begrip van infectiepreventie is Hygiëne en infectiepreventie in de mondzorgpraktijk onmisbaar en een aanrader voor het gehele team, maar het is zeker ook voor studenten tandheelkunde en mondzorgkunde het lezen waard.
Elk hoofdstuk bevat één of meerdere casussen die de alledaagse dilemma’s uit de mondzorgpraktijk beschrijven. Elke casus wordt verderop in het hoofdstuk uitgewerkt en voorzien van een duidelijk antwoord. Door gebruik te maken van casuïstiek wordt de theoretische onderbouwing van een adequaat hygiënebeleid voor iedereen herkenbaar. Dat maakt het lezen van het boek zeer aangenaam, terwijl de literatuurlijsten aan het eind van elk hoofdstuk verdere verdieping van onderwerpen ontsluiten. Hygiëne en infectiepreventie zijn onlosmakelijk verbonden met het werk van iedereen in de mondzorgpraktijk. Bij de opzet is rekening gehouden met de leesbaarheid voor alle leden van het mondzorgteam. Het is daardoor een omvangrijk boek, zowel qua inhoud als het aantal pagina’s. Dit kan de lezer mogelijk afschrikken het in zijn geheel te gaan lezen. Gelukkig beschikt het boek over een fijne index, waardoor specifieke informatie snel kan worden teruggevonden.
Hygiëne en infectiepreventie in de mondzorgpraktijk is zowel in hardcover- als in paperbackversie verkrijgbaar. De prijs voor de hardcover lijkt in eerste instantie fors, maar voor dit volledige en mooi geïllustreerde boek vinden wij het bedrag meevallen. De paperback is zeker voor studenten tandheelkunde en mondzorgkunde een aanrader, mede doordat de prijs voor hen aanzienlijk lager is. (Nicolette Biesters en Saskia Leidelmeyer)
Auteurs: Catherine Volgenant, Hans de Soet en Alexa Laheij
Titel: Hygiëne en infectiepreventie in de mondzorgpraktijk
Omvang: 268 pagina’s (hardcover)
ISBN: 9789085621546
Prijs: € 72,50
Uitgever: Prelum
Elektrische rager
Na de elektrische tandenborstel ontbrak het de gebruikers nog aan een elektrische, sterke rager om de ruimtes tussen tanden en kiezen schoon te maken. Vooral doordat het traditionele reinigingsinstrumentarium voor die gebieden in de praktijk te veel nadelen kennen (vastlopend flosdraad, brekende houten stokers, ragers die snel buigen), zette dat mondhygiënist Malou de Kok aan het werk en zo is thans de UBrush! verkrijgbaar. Op het eerste gezicht lijkt deze minder te doen dan beloofd, want de gebruiker moet zelf in de interdentale zones ragen. De UBrush! geeft er echter een vibratie aan (10.000 bewegingen per minuut) en heeft een lichtfunctie zodat de mond voor de gebruiker in de spiegel beter zichtbaar wordt. De kekke design en de verschillende maten ragers die ervoor leverbaar zijn, geven onze patiënten hopelijk meer motivatie, zodat ze met meer overtuiging door het betere resultaat hun mondgezondheid kunnen optimaliseren.
Meer informatie:
www.ubrush.nl
Nooit meer kleurbepalen
Als het aan het Japanse Tokuyama Dental ligt behoort het bepalen van de kleur, en vooral het verkeerd inschatten van de restauratiekleur, tot het verleden. Het bedrijf heeft namelijk een composiet ontwikkeld dat bestaat uit één kleur voor alle indicaties. Dat klinkt bijna onmogelijk en derhalve zijn we vanuit TP de
Omnichroma-
challenge aangegaan door twee niet dagelijkse casussen aan te pakken – we leggen de lat immers graag hoog.
Eerst meer informatie over het materiaal. In tegenstelling tot de standaardcomposieten waarbij wij de composietkleur uitzoeken die past bij het te restaureren element, past Omnichroma zich qua kleur aan aan het te restaureren element. Hierdoor zit je volgens de fabrikant altijd goed. Hoe kan dit? Omnichroma onderscheidt zich in de basis van kleuren van andere composieten door gebruik te maken van additieve kleurmenging in plaats van substractieve kleurmenging. Additieve kleurmenging ontstaat als lichtbronnen met verschillende kleuren gemengd worden, zoals in beeldschermen het geval is. Substractieve kleurmenging ontstaat door selectieve resorptie van bepaalde golflengtes, zoals bij drukwerk. In het veld van kleuren zijn de kleuren van gebitselementen (dus glazuur en dentine) beperkt tot een smal gebied van rood tot geel. Bij substractieve kleurmenging, dus bij de traditionele composieten, wordt alleen de juiste kleur van de restauratie gezien als deze kleur overeenstemt met die van het gebitselement. Omnichroma-composiet maakt daarentegen gebruik van additieve kleurmenging door alleen het smalle gebied van rood tot geel te weerkaatsen, dat wil zeggen de kleur van gebitselementen. Hoe krijgen ze het dan voor elkaar om alleen dat smalspectrum van gebitselementen te laten weerkaatsen? Tokuyama vond in onderzoek dat als er alleen bolvormige (spherical) vullers van 260 nanometer in de composiet wordt gebruikt, precies dàt deel (dus rood tot geel) wordt weerkaatst. Dit houdt wel in dat er een ondergrond van dentine of glazuur moet zijn voor de restauratie. Mocht die er niet zijn, zoals bij klasse III- en IV-restauraties, dan moet eerst de composietblokker Omnichroma gebruikt worden en daarna de standaard Omnichroma-composiet. Hiermee gaan we inderdaad naar twee typen composiet, maar vanuit de theorie hierachter is dat nodig. Volgens de fabrikant heeft Omnichroma een hoge polijstbaarheid en heeft het een vergelijkbare sterkte bij belasting als andere composieten.
1a
) is verkrijgbaar als spuit van 4 gram of capsules van 0,2 gram. Regelmatig kom ik tijdens het gebruik het kaartje tegen waarop 3 elementen met verschillende kleuren zijn afgebeeld (afbeelding
1b
) waarop de composiet getest kan worden op de kleur. Ik kies voor twee uitdagende casus.
De eerste betreft een patiënt met slijtage van de incisale randen (erosie) op de palatale vlakken van het bovenfront (afbeelding
2a-
b
). Na overleg over de verschillende behandelplannen besluiten we de palatale vlakken op te bouwen met directe toepassing van composiet. Na drooglegging middels rubberdam (afbeelding
3-
4
), start ik met restaureren van de palatale vlakken. De Omnichroma-composiet vloeit goed en is makkelijk te bewerken. De kleur is tijdens het bewerken erg opaak (afbeelding
5
), maar dat neemt na polymerisatie af (afbeelding
6
). De composiet is goed te polijsten en na afwerken is er geen kleurafwijking ten opzichte van de rest van de elementen te zien. Hetzelfde geldt voor de incisale randen (afbeelding
7-
8
).
Voor de tweede casus vraag ik me af hoe de composiet er frontaal op het buccale vlak uit zal zien. Ik krijg een casus verwezen met externe cervicale resorptie van een 21 (afbeelding
9
). Na een flapje met twee verticale ontspanningsincisies (hiermee hou ik de papillen en de doorbloeding intact) heb ik toegang tot de resorptielaesie (afbeelding
10
). Na excaveren leg ik het defect droog onder rubberdam (afbeelding
11
). In twee lagen breng ik de Omnichroma-composiet aan … en de kleur adapteert fantastisch aan het element, zowel onder rubberdam als na de verwijdering daarvan (afbeelding
12-
13
). Middels een vijftal solitaire hechtingen zet ik de flap terug (afbeelding
14
). Na twee weken komt patiënt retour voor het verwijderen van de hechtingen en daarbij valt de nieuwe restauratie zo goed als niet op (afbeelding
15
).
Uit deze tests blijkt Omnichroma een goed verwerkbare en hoog polijstbare composiet te zijn. De kleur komt in beide gevallen inderdaad heel mooi uit, dus hiermee is kleurbepalen en het maken van een restauratie voor een preparatie binnen een niet-verkleurd gebied mét achtergrond in een verkeerde tint verleden tijd.
(Irfan Abas)