Minder gaatjes, maar vaker narcose
Het rapport ‘Signalement Mondzorg’, dat eind november verschenen is, laat zien dat het aantal gaatjes in gebitten van 5-jarigen gestaag vermindert (in 2001 gemiddeld 4,1 gaatjes, in 2011: 2,3 en in 2017 1,1 gaatjes). Het aantal kinderen dat jaarlijks onder narcose gaat voor een tandheelkundige behandeling, neemt echter juist toe: Zorginstituut NZa constateerde 2.048 gevallen in 2012, 1.404 in 2013 en 1.500 in 2014 (recentere cijfers zijn niet voorhanden).
‘Signalement Mondzorg’ signaleerde ook dat de economische status van de ouders nog steeds van invloed is op de status van het kindergebit (71% van de 5-jarigen met ouders meteen laag opleidingsniveau heeft een gaaf gebit ten opzichte van 81% van de 5-jarigen met ouders die hoger opgeleid zijn).
Dat kan een verklaring zijn voor het feit dat tandartsen nog steeds geconfronteerd worden met zeer slechte melkgebitten, bijvoorbeeld veroorzaakt door zuigflescariës. Melk en limonade in een fles, die de kinderen de hele dag door krijgen, het komt vaker voor dan men denkt. Naar school krijgen kinderen ook nog steeds vaak sapjes uit een pak mee en suikergebruik en poetsgedrag thuis laat vaak te wensen over. De kinderen die, mede als gevolg hiervan, extreem slechte gebitten hebben, worden vaak onder algehele anesthesie behandeld.
Problemen gaan verder dan het gebit
TNO-onderzoeker Schuller vindt elk kind onder narcose er één te veel, omdat narcose ‘best heftig voor het lichaam’ is: ‘Ieder kind begint in principe met een gezond gebit, het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de tanden en kiezen gezond te houden’, aldus Schuller. Soms hoort ze ouders tegen hun kind van 5 zeggen: ‘Zie je wel dat je je tanden beter had moeten poetsen? Dan denk ik: ja, hallo, hier kan het kind niets aan doen.’ Los van het feit of ouders al dan niet verantwoordelijk zijn, kunnen kinderen hevig lijden onder een zeer slecht gebit. In dergelijke gevallen is een complexe behandeling vereist. Bij die jonge kinderen wordt dan vaak behandeld onder sedatie of onder algehele narcose.
Tandarts Veerkamp (tandartspraktijk Kindertand, Rotterdam) stelt dat narcose een uiterste redmiddel is: ‘Als bij een kind van 4 het hele gebit gesaneerd moet worden met vullingen en kroontjes en er moeten tanden verwijderd, dan doe ik dat liever in één keer onder narcose dan dat een kind tien keer moet komen.’
Tandartspraktijk ‘Gaatjesmakers’ (Den Haag) is zelfs gespecialiseerd in de behandeling van (jonge) kinderen onder narcose.
Van de 4.800 patiënten is daar 95% kind. Tandarts Burnier is samen met een anesthesist deze praktijk begonnen voor ‘extreme gevallen’, zo’n 800 per jaar. Zij doen dat omdat er dan ook andere problemen kunnen ontstaan: ‘Een kind met een slecht melkgebit vol abcessen en ontstekingen heeft pijn, eet slecht, slaap slecht, groeit niet goed, zit niet lekker in zijn vel. De problemen gaan verder dan het gebit.’
In deze praktijk komen zelfs kinderen van 1,5 jaar met zwarte voortanden en hevig aangetaste kiesjes: ‘Soms stroomt het pus er overal uit. Dat vind ik heel zielig, een kind kan daar niets aan doen’, aldus Burnier. Zij voegt er echter aan toe dat zij ouders geen verwijten maakt, omdat ouders het beste voorhebben met hun kind. Met de beste bedoelingen brengen ouders kinderen naar bed met een flesje warme melk, maar als er daarna niet wordt gepoetst, hebben melkzuurbacteriën de hele nacht de tijd om het glazuur aan te tasten.
Preventie en nazorg ter voorkoming van narcosebehandelingen
Onwetendheid kan alleen bestreden worden met voortdurende preventieprojecten, zoals ‘GigaGaaf’, een project waarbij tandartspraktijken samenwerken met consultatiebureaus. En met de juiste nazorg (met controles en instructies van de mondhygiënist en de preventie-assistent) en als tandarts voortdurend alert blijven om (met speciale aandacht voor de laagopgeleide) ouders steeds weer bij de les te houden. Zo lang extreem slechte kindergebitten niet uitgebannen zijn, zullen narcosebehandelingen bij jonge kinderen nodig blijven.
Bronnen: TNO, nrc.next, Volkskrant