Althans voor het deel dat toegankelijk was voor de leden van ITI. Want al een week eerder werd het congres voorbereid door vele wetenschappers om evidence based-antwoorden te geven op vragen uit de verschillende deelgebieden van de implantologie. De conclusies werden gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst die de titel droeg ‘Treatment guidelines en recommendations of the 6th ITI consensus conference’.

Maar eerst terug naar de vrijdag ervoor, waar de Nederlandse ITI-avond begon. Daar wist Mauricio Araújo, auteur van veel artikelen op het gebied van alveolaire botresorptie na extractie, met een 90 minuten durende voordracht het publiek zeer te boeien. Gemiddeld is de buccopalatinale breedte van een alveolaire processus in 80% van de gevallen 8 mm breed, voldoende voor een implantaat met een diameter van 4 mm. Dus: probeer die dimensie te behouden na extractie met een botopbouw in de alveole, want na spontane genezing zonder J08 (Aanbrengen botvervangers in extractie-wond) kan deze slinken tot 4 mm breed. Let op: zijn advies is om de alveole wel te augmenteren met een niet-resorbeerbaar botsubstituut omdat autoloog bot volledig wordt geadsorbeerd door osteoclastische activiteiten. ‘We implanteren immers ook niet met resorbeerbare implantaten.’ Een tweede advies was om zoveel mogelijk gekeratiniseerd weefsel te behouden. Aan de hand van verschillende onderzoeken liet hij zien dat patiënten die rondom hun implantaten weinig tot geen gekeratiniseerd weefsel hebben, meer last hebben bij poetsen, waardoor er op de lange termijn ontstekingen ontstaan, met alle gevolgen van dien. Zijn eindconclusie: zoveel mogelijk de extractie-alveole opvullen met een botvervangend materiaal (J08) om botvolume en gekeratiniseerde mucosa te behouden, een simpele behandeling die elke algemeen practicus in de dagelijkse praktijk makkelijk kan uitvoeren.

De zaterdag werd de grote zaal van Krasnapolsky ingericht voor veel internationale implantologen, die elk 10 minuten kregen om hun conclusies te presenteren. De sessiemoderator vatte deze vervolgens samen in klinische richtlijnen en adviezen. Denkt u hierbij aan inleiders als Jung, Jokstad, Sailer, Pjeturrson, Mombelli, Heitz en Chen. Tahmaseb en Wismeijer vertegenwoordigden de Nederlandse delegatie. Een interessante dag vol met droge getallen en praktische conclusies (waarbij wel de klinische plaatjes werden gemist), maar die nodig en efficiënt waren voor een wetenschappelijke benadering van de anders juist zo klinische implantologie.

Ik zal u een kort, samenvattend verslagje bieden van enkele opmerkelijk conclusies. Zo functioneren korte implantaten (minder dan 6 mm lang) iets minder goed dan de standaard uitvoering, maar is hun overleving toch erg hoog. Smalle implantaten hebben bijna dezelfde overleving als ze breder dan 3,3 mm zijn. Implantaten vervaardigd van zirkoonoxide hadden in het verleden veel last van fracturen, maar de nieuwere generaties presteren net zo goed als titanium. Voorbehoud: het tijdsbestek van onderzoek hiernaar is met 2 jaar nog erg kort.

Wat de restauratie betreft kwam een opmerkelijke conclusie van Sailer en Pjetursson: bruggen van zirkoonoxide met opgebakken porselein hebben significant meer last van fracturen dan metaalporseleinen bruggen. Ze spraken wel hun hoop uit dat de monolithische bruggen van zirkoonoxide beter zullen presteren, maar op dit moment is daar nog geen langdurig onderzoek van bekend.

De laatste twee sessies betroffen onder andere complicaties zoals peri-implantitis. Na een goede behandeling bleek de grote meerderheid van deze aangedane implantaten na 7 jaar nog in de mond aanwezig te zijn. Voorts blijkt er geen verschil te zijn wat betreft botverlies rondom implantaten die in geaugmenteerd bot of natuurlijk bot zijn geplaatst.

De dag werd afgesloten met een sessie waarin het vooral ging om de digitale aanpak en in het bijzonder guided surgery: het plaatsen van implantaten door een statische boormal. Als men de recente onderzoeken van na 2008 groepeert, blijken de resultaten beter dan in het verleden, met een gemiddelde afwijking van 1 mm, aldus ACTA-onderzoeker Ali Tahmaseb.

Een congresdag vol met op het oog wellicht saaie evidence based dentistry, maar wel belangrijke en nuttige informatie voor tandarts en implantoloog. Complimenten voor het organiseren van deze ITI dagen! (Irfan Abas)